Voor veel mensen die regelmatig naar Griekenland gaan zorgen de overal aanwezige katten voor extra charme. Ze zijn meestal best fotogeniek, leuk om naar te kijken en vaak verrassend aaibaar. Bij ons huis op Poros hoort ook een kat, soms zelfs meerdere, maar op dit moment hebben we alleen een aardige oranje-witte kater. Hij past op het huis, verjaagt andere katers van het terrein en laat elke dag mauwend weten dat hij blij met ons is.
Op een dag zat hij voor het keukenraam naar binnen te kijken en besloot dat wij voor hem moesten zorgen als we er waren. Aangezien Moustaki, de eerste huiskat, inmiddels een huisje elders op Poros heeft en Grizos, de tweede, er vaker niet is dan wel, zag Tshibo z’n kans en is niet meer weggegaan.
Wat hij niet weet is dat er twee dagen een kattenlogeetje in de keuken bivakkeerde… Een katje waarvoor we de deur naar buiten angstvallig dicht hebben gehouden. Wonend in een buurtje 5 minuten verderop, waar ze eten kreeg bij het huis van een vriendin, samen met twee andere (beurtelings zwangere) poezen. Om te voorkomen dat deze ook weer zwanger zou worden besloten we haar bij de lokale dierenarts in te leveren. Hij zou er voor zorgen dat de kans op nakomelingen voorgoed tot het verleden ging behoren.
En op vrijdagochtend om half elf zaten we met Skinny in een hokje te wachten bij de praktijk. De dierenars was nog in geen velden of wegen te bekennen maar een telefoontje naar de andere vriendin, aan het werk op een naburig terras, gaf uitsluitsel: hij was er eerst nog een ijskoffie gaan halen. Tegen elven was hij er dan toch en kreeg het kleintje een spuit om even later onder het mes te gaan.
Even na twee uur konden we haar weer halen en dropten haar met water in onze afgesloten keuken. Ze was de keuken inmiddels gewend, want donderdagavond hadden we haar er al neergezet, ze moest immers nuchter bij de dierenarts komen. Katje heeft de hele avond en waarschijnlijk ook nacht geen vin verroerd en alleen wat slokken water gedaan. En ook nu lag ze bibberend op een dekentje op de keukenvloer. Maar ’s avonds wilde ze wel wat eten en deed de eerste aarzelende stapjes.
Zaterdagochtend stapte ze weer parmantig door de keuken en wilde eten. Meer dan in het bakje zat want toen de koelkast open ging kwam er eindelijk weer geluid uit het katje. We hadden inmiddels bedacht dat we haar nog een dag en nacht in de keuken zouden houden en dan voorzichtig terug zouden zetten in haar eigen buurtje en kijken of dat goed zou gaan.
Toen ik een uurtje later terugkwam van boodschappen doen en koffie ging zetten in de keuken, verwachtte ik een hoop gemiauw. Maar het bleef verrassend stil. Geen gemiauw en geen getrippel, gewoon niks en in een flits besefte ik dat Skinny verdwenen was. Ik keek naar het enige raampje dat openstond, boven de koelkast, voorzien van spijlen en een hor. Met een gat linksonder in de hor…
Skinny had de vogeltjes gehoord, was een kijkje gaan nemen op de koelkast en zag haar kans schoon. Verdwenen. Een zoektocht in de omgeving leverde natuurijk niks meer op en we hoopten maar dat ze de weg naar ‘huis’ ook zelf weer zou vinden. Een paar uur later al kreeg ik een foto doorgestuurd: Ze lag weer op haar vertrouwde plekje en liet zich alle aandacht en aaitjes weer aanleunen.